aanvragen 1e tranche en een literatuurreview naar de effectiviteit
15 aug 2020 | Inhaalprogramma’s, Professionals
Door de uitbraak van het coronavirus is het afgelopen schooljaar niet gelopen zoals alle voorgaande. Halverwege het jaar konden kinderen niet meer fysiek naar school en moest online onderwijs gevolgd worden. Achterstanden die hierdoor zijn ontstaan moeten worden ingehaald en hiervoor kunnen onderwijsinstellingen subsidies aanvragen bij het ministerie van onderwijs. Op dit moment worden er al 1550 aanvragen uitgevoerd en scholen hebben nog twee momenten om nieuwe aanvragen in te dienen. Onderzoeksinstituut LEARN! is door NRO en OCW gevraagd om een inventarisatie te maken van de eerste subsidieaanvragen en de verwachte effectiviteit hiervan in kaart te brengen.
Hier vindt u het literatuuroverzicht en een overzicht en de analyses van de aanvragen uit het eerste tijdvak van de subsidie.
Bekijk hier de webinars.
Hier vindt u handouts van de webinars voor PO/VVE, VO en MBO.
Bekijk ook informatie voor:
Meest recente blogs:
Recente berichten
- Hoe LEARN! scholen in het PO en VO ondersteunt met het in kaart brengen van het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden voor de schoolscan van het Nationaal Programma Onderwijs
- Congres ‘Onderwijskansen na Covid-19’
- Webinars over keuzes voor het NP Onderwijs
- Eerste inzichten over inhaalprogramma`s in het po en vo
- Toch maar geen centrale eindexamens?
- Adaptief oefenen tijdens schoolsluitingen: verrassende leerwinst
- Een COVID-generatie: wie zijn de winnaars en verliezers van een verstoord schooljaar?
- Universitair online-onderwijs: minder motivatie, minder werk, toch gelijke resultaten
- aanvragen 1e tranche en een literatuurreview naar de effectiviteit
- Webinars over inhaal- en ondersteuningsprogramma’s
Tijdens de lockdown heeft onze school, mijn team, hard gewerkt om het thuisonderwijs snel en goed mogelijk te maken. Binnen 1 dag konden de leerlingen thuis verder in een hybride vorm: digitaal werken gecombineerd met boeken en schriften. Voor leerlingen die geen devices hadden, zorgden we dat de school chromebooks paraat hadden.
Er werd elke dag structureel contact onderhouden met ouders en leerlingen, er werden veel instructiefilmpjes gemaakt door de leerkrachten met het accent op rekenen, spelling, taal, elke week stond er een weekplanning met links en opdrachten klaar voor groep 1 t/m 8, de RT-er en plus leerkrachten stuurden kleine groepjes leerlingen aan, de vakleerkrachten muziek, gym en beeldend maakten opdrachten en filmpjes enzovoort. En we probeerden te verbeteren waar nodig.. Was het voor leerlingen duidelijk, was het voor ouders werkbaar?
En toen, drie keer hoera! Op 11 mei mochten we weer halve groepen verwelkomen op school. Twee dagen in de week kwamen de leerlingen in vaste cohorten op school en de andere dagen ontvingen zij thuisonderwijs. Ons team ging er wederom volledig voor.
Wij kozen heel er heel bewust voor om vooral in te zetten op het lesgeven en om de sociale structuren weer goed op te bouwen in de groepen. Hier en daar werden methodische toetsen afgenomen om te peilen waar de leerlingen zaten.
Maar heel bewust kozen we ervoor om de de eind-cito’s van het LOVS systeem niet af te nemen. Puur om geen kostbare, actieve les-tijd te verliezen.
Ook niet toen we de laatste 4 weken weer aan een nieuwe situatie mochten wennen: in juni gingen we volledig open.
De school is inmiddels weer begonnen. De eind-cito’s worden alsnog afgenomen. Dit betekent dat wij nu heel objectief en formatief kunnen gaan kijken waar de leerlingen staan en waar we eventueel extra op moeten aansturen.
Uiteraard waren ook wij bewust van de subsidies die we voor onderwijsachterstanden konden aanvragen ten gevolge van de lockdown.
Maar.. hoe meetbaar konden we dit eigenlijk al maken? Daar hadden we in feite al meteen harde gegevens voor moeten hebben? En moesten wij dan niet heel helder kunnen aantonen dat eventuele achterstanden bij leerlingen er niet waren voor de lockdown? Deden andere scholen dat dan al wel? Met welke metingen?
En onze school staat in Hilversum een wijk waarin relatief veel hoogopgeleide mensen wonen. Hoe ethisch verantwoord is het dan om een dergelijke subsidie aan te vragen als er in de omschrijving duidelijk te lezen staat:
“ Het inhaal- en ondersteuningsprogramma moet gericht zijn op leerlingen en studenten die zich thuis niet goed hebben kunnen ontwikkelen tijdens de sluiting van de scholen, bijvoorbeeld omdat zij niet over benodigde apparatuur, een internetaansluiting of rustige werkplek beschikten, omdat zij thuis niet de ondersteuning kregen die ze nodig hadden of omdat zij thuis geen veilige basis hebben. Factoren die hierbij een rol spelen zijn bijvoorbeeld de (onrustige) thuissituatie, de achtergrond en beschikbaarheid van ouders, een taalbarrière, persoonlijke problematiek of doordat beroepsgerichte vakken op afstand niet goed gegeven konden worden”
Hoe bijzonder is het dan nu dat ik om mij heen hoor dat vergelijkbare scholen als de onze, wel deze subsidies hebben aangevraagd en toegewezen hebben gekregen?
Of dat wij nu geconfronteerd worden met Linkedin pagina’s waarop staat: Mindful Teaching: mindfulness op school.. “in deze tijd rondom covid-19 kun je leren je kinderen hiermee te ondersteunen en zo het welzijn en leerprestaties van de leerlingen bevorderen”..
Zou dit werkelijk worden gehonoreerd?
Ondertussen werken wij gewoon hard door op onze school maar bekruipt mij een onrustig gevoel. Ben ik nu stom geweest en weer het braafste jongetje van de klas? Had ik, of moet ik wellicht ook meedingen naar een pot met geld die misschien niet werkelijk voor mij bestemd is?
??? Ik weet het gewoon even niet..
Hilversumse Schoolvereniging
Dag Judith,
Dankjewel voor je reactie en ik herken je dilemma, ook uit gesprekken met andere scholen. Misschien heb je in de zomerperiode ook wel het nieuws gezien en de kritiek die er was over deze subsidieregeling en de financiering van programma’s die niet direct bijdragen aan inhalen van achterstand. Mijn conclusie op basis van je reactie is dat jullie een zeer ethisch verantwoorde keuze hebben gemaakt. Uiteindelijk hebben we met elkaar ook een collectieve verantwoordelijkheid om te zorgen voor goed onderwijs waarbij de beperkte middelen die er zijn ook terecht komen waar ze echt nodig zijn. Gelukkig hoor ik ook voorbeelden van scholen die, net zoals jullie, hun verantwoordelijkheid zo interpreteren. Wat mij betreft niet ‘het braafste jongetje van de klas’, maar een rolmodel!