Hoe LEARN! scholen in het PO en VO ondersteunt met het in kaart brengen van het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden voor de schoolscan van het Nationaal Programma Onderwijs

28 jun 2021 | Inhaalprogramma’s, Leerkrachten

Extra ondersteuning, inhaalprogramma’s, leervertraging, het zijn inmiddels veelgehoorde termen geworden in het onderwijs. Met de extra middelen (8,5 miljard waarvan 5,8 voor het basisonderwijs en 2,7 voor het voortgezet onderwijs) die beschikbaar zijn gemaakt voor het Nationaal Programma Onderwijs kunnen scholen investeren in ontwikkeling en herstel tijdens en na corona. Scholen zijn daarom hard aan het werk met het uitbreiden van hun schoolplan om de komende 2,5 jaar te investeren in extra handen, professionalisering, materialen/methoden, etc. Dit is een enorme uitdaging, zeker in tijden van het huidige lerarentekort.

 

 

Anne de Bruijn & Anne Fleur Kortekaas-Rijlaarsdam

 

Stap 1 in dit proces is de schoolscan: het in kaart brengen van het cognitief en sociaal-emotioneel functioneren van de leerlingen. Leervertragingen op cognitief gebied zijn in onderzoek al veelvuldig in kaart gebracht (zie bijv. Engzell, Frey & Verhagen, 2021; Haelermans et al., 2021). Op schoolniveau worden de gegevens om cognitieve leergroei in kaart te brengen standaard al uitgebreid verzameld in het leerlingvolgsysteem, voor tenminste lezen, spelling en wiskunde. Via het Nationaal Cohort Onderzoek Onderwijs (NCO) en CITO krijgen scholen rapportages over hun eigen school ten opzichte van andere scholen in Nederland.

Veel scholen geven aan ook behoefte te hebben aan dergelijke gegevens op het gebied van sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden. Eerste onderzoeken naar het welbevinden van leerlingen na de schoolsluitingen suggereert dat er gemiddeld geen effect was van de schoolsluitingen op het welbevinden van leerlingen, maar dat er verschillen zijn tussen scholen. Het welbevinden van leerlingen was hoger op scholen waar meer of alle leerlingen met het afstandsonderwijs goed werden bereikt, waar actief onderling contact tussen leerlingen werd georganiseerd (ook buiten de lessen) en waar niet alleen stof werd herhaald, maar waar ook nieuwe stof werd aangeboden (Gaikhorst et al., 2021).

Echter hebben de meeste scholen weinig zicht op het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van leerlingen, omdat deze gegevens niet standaard worden verzameld. Vanuit LEARN! kunnen we scholen hierbij helpen. Samen met Research Centre for Education and the Labour Market (ROA) evalueren we de inhaal- en ondersteuningsprogramma’s (IOP-regeling, 5 aanvraagrondes waarvoor in het schooljaar 2020-2021 590 miljoen euro voor beschikbaar was) die scholen het afgelopen schooljaar ingezet hebben. Als onderdeel van deze evaluatie worden ook de effecten op het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van leerlingen in kaart gebracht. Hiervoor hebben leerlingen in het VO en ouders van leerlingen in het PO een digitale vragenlijst ingevuld over hun sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden. De vragenlijst bestaat uit meerdere, gevalideerde vragenlijsten en meet motivatie voor school (Intrinsic Motivation Inventory; Ryan & Deci, 2000), academisch zelfconcept (voor PO: CBSK van Veerman et al., 2004; voor VO: SDQ-II van Marsh, 1990), schoolwelbevinden (Schoolvragenlijst van Smits & Vorst, 2008) en sociale acceptatie op school (Sociale Aanvaarding vragenlijst uit het PRIMA-onderzoek; Vandenberghe et al., 2011). Meer informatie over de gemeten concepten en gebruikte vragenlijsten kun je onderaan deze blog vinden.

De vragenlijsten die hiervoor gebruikt zijn, en de bijbehorende referentiedata verzameld op een groot aantal scholen die deelneemt aan de IOP-regeling, kunnen goed gebruikt worden om scholen snel een beeld te geven het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van de leerlingen op hun school. Sinds mei stelt LEARN! deze vragenlijst daarom ook ter beschikking aan scholen die niet meedoen aan het evaluatieonderzoek. Scholen kunnen zich hiervoor aanmelden. Vervolgens ontvangen ze na het uitzetten van de vragenlijst een rapport op schoolniveau. Dit rapport geeft inzicht in het sociaal-emotioneel functioneren en welbevinden van de leerlingen op de desbetreffende school, in vergelijking met de leerlingen van alle andere scholen waarvoor de vragenlijst is ingevuld. Zo krijgt de school niet alleen kale scores, maar kunnen ze ook meteen zien hoe ze scoren ten opzichte van andere scholen in Nederland. Het rapport geeft de scholen ook een aantal vragen mee ter overweging, om deze resultaten te koppelen aan beschikbare data in de school (observaties, ouder- leerlinggesprekken). Een mooie service waar scholen dankbaar gebruik van maakten!

Mocht je vragen hebben over, of interesse hebben in de gebruikte vragenlijst, neem dan vooral contact met ons op. Wil je een voorbeeldrapportje zien, kijk dan hier. Benieuwd naar de resultaten? Dan moet je nog even geduld hebben. De meeste programma’s lopen rond deze tijd af, of zijn net afgelopen. Ouders en leerlingen vullen de vragenlijsten daarom nu nogmaals in, zodat we veranderingen in beeld kunnen brengen. In augustus hopen we de eerste resultaten van deze deelstudie te kunnen delen.

 

Referenties

Engzell, P., Frey, A., & Verhagen, M. (2021). Learning loss due to school closures during the COVID-19 pandemic. Preprint  https://osf.io/preprints/socarxiv/ve4z7/

Gaikhorst, L., Karssen, M., Tiekstra, M., Looijen, M., & Volman, M. (2021). Corona en welbevinden. Didactief, april: https://didactiefonline.nl/artikel/corona-en-welbevinden

Haelermans, C., Van der Velden, R., Aarts, B., Bijlsma, I., Jacobs, M., Smeets, C., Van Vugt, L., & Van Wetten, S. (2021). Leergroei deels hersteld, behalve bij begrijpend lezen. NCO Factsheet No. 5

Marsh, H.W. (1990) Self-Description Questionnaire-II Manual. Campbelltown, NSW, Australia: University of Western Sydney.

Ryan R.M. & Deci, E. L. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and wellbeing. American Psychologist, 55, 68–78. http://dx.doi.org/10.1037/0003-066X.55.1.68

Smits, E. & Vorst, H. (2008). Schoolvragenlijst Handleiding. Herziene uitgave 2008, Pearson, Amsterdam.

Van Bael, L. (2013). Ontwikkeling en validatie van een vragenlijst voor contingente zelfwaardering voor adolescenten. Ongepubliceerde masterproef, KU Leuven.

Vandenberghe, N., Cortois, L., de Bilde, J., Van Petegem, P. & Van Damme, J. (2011). Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs. Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar 2008-2009). SSL/OD1/2011.44, Leuven: Steunpunt ‘Studie- en Schoolloopbanen’ (SSL).

Veerman, J.W., Straathof, M.A.E., Treffers, Ph.D.A., Bergh, B.R.H. van den & Brink, L.T. ten (2004). Competentiebelevingsschaal voor kinderen. Amsterdam: Harcourt Test Publisher

Vos, N., Van Der Meijden, H., & Denessen, E. (2011). Effects of constructing versus playing an educational game on student motivation and deep learning strategy use. Computers & Education, 56(1), 127-137. https://doi.org/10.1016/j.compedu.2010.08.013

 

Gemeten concepten en vragenlijsten

Allereerst bevat deze testbatterij een vragenlijst om de motivatie voor school te meten. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Intrinsic Motivation Inventory (IMI) van Ryan & Deci (2000) – een veelgebruikte vragenlijst om motivatie te meten. In deze vragenlijst wordt specifiek gevraagd naar de motivatie voor school. Hiervoor is een verkorte, Nederlandse versie van 14 vragen gebruikt die gevalideerd is bij basisschoolleerlingen (Vos et al., 2009). De vragen gaan in op drie componenten van motivatie, namelijk ervaren competentie, interesse en inzet.

Ten tweede wordt (ouders van) leerlingen gevraagd naar het academisch zelfconcept: de percepties die leerlingen hebben van hun schoolse vaardigheden. Om rekening te houden met leeftijdsverschillen tussen leerlingen, zijn hiervoor in het PO en VO verschillende vragenlijsten gebruikt. Ouders van leerlingen in het PO vullen de sub-schaal Schoolvaardigheden van de Competentiebelevingsschaal voor Kinderen (CBSK; Veerman et al., 2004) in, bestaande uit 6 vragen. Leerlingen uit het VO vullen hiervoor de Nederlandse vertaling van de Self-Description Questionnaire-II in (Marsh, 1990; vertaald door van Bael, 2013 voor het LISO-onderzoek naar schoolloopbanen van Vlaamse middelbare scholieren). In deze vragenlijst wordt gevraagd naar de eigen perceptie van hun vaardigheden en prestaties in Wiskunde, Nederlands en voor school in het algemeen.

Als derde is (ouders van) leerlingen gevraagd naar het schoolwelbevinden: de mate waarin leerlingen het dagelijks leven op school waarderen en er tevreden mee zijn. Hiervoor is gebruikt gemaakt van de Schoolwelbevinden-schaal uit de Schoolvragenlijst van Smits & Vorst (2008) bestaande uit 9 vragen.

Als laatste is (ouders van) leerlingen gevraagd naar de sociale acceptatie, verwijzend naar de sociale relaties die een leerling heeft met medeleerlingen. Hiervoor is gebruik gemaakt van de Sociale Aanvaarding vragenlijst uit het PRIMA-onderzoek (Vandenberghe et al., 2011; de voorloper van het COOL-onderzoek naar schoolloopbanen van leerlingen). Deze vragenlijst bestaat uit 6 vragen.