Onderwijstoezicht wanneer scholen gesloten zijn

27 mrt 2020 | Beleidsmakers, Professionals

Op 20 maart kondigde de onderwijsinspectie aan dat alle geplande inspectiebezoeken op locatie niet doorgaan. In een persbericht meldde de inspectie dat ‘het primaire onderwijsproces voorrang’ krijgt en dat besturen en scholen/instellingen niet aan de inspectie hoeven te rapporteren hoe zij omgaan met het onderwijs tijdens de coronacrisis. Het uitgangspunt is dat ‘het toezicht geen belemmeringen opwerpt bij het inrichten en later weer opstarten van het onderwijs en de examinering’. Die uitspraak suggereert dat toezicht nu, maar wellicht ook al in het verleden, vooral een obstakel is voor scholen, in plaats van een middel voor verbetering. Is dat zo? In deze bijdrage geeft Melanie Ehren een aantal voorbeelden van hoe het toezicht gecontinueerd zou moeten worden; juist om het veld te informeren over wat er wel en niet werkt, en waar er gaten vallen. 

Moeten we de komende maanden maar even geen toezicht houden? Of kan het toezicht juist in deze crisistijd een rol vervullen in het zorgen voor een goede continuering van het onderwijs?

Ik pleit voor het laatste en vind dat we juist nu een vorm van onderwijstoezicht moeten voortzetten, en wel ten behoeve van:

  1. transparantie,
  2. verbetering en
  3. een goede voorbereiding op wanneer scholen weer opengaan.

We hebben onderwijstoezicht nodig, zelfs (of vooral) in tijden van crisis

De meeste scholen en besturen hebben nu meer dan genoeg te doen en zijn waarschijnlijk blij met de tijdelijke opschorting van routine-inspecties. In het geval dat scholen voor een langere periode gesloten zijn, hebben we echter wel een vorm van verantwoording en evaluatie nodig, en wel om de volgende redenen:

  1. Transparantie: we moeten weten of/hoe leerlingen leren en hoe ze momenteel worden opgeleid, hoe ouders thuisonderwijs geven aan hun kinderen, of scholen online onderwijs organiseren en wat de kwaliteit daarvan is, en of/hoe leerkrachten ouders ondersteunen in hun nieuwe rol als ‘co-docent’.
  2. Verbeteren: een goed begrip van of en hoe online thuisonderwijs momenteel plaatsvindt en de kwaliteit daarvan, maakt het mogelijk om goede praktijken te delen. Een goed inzicht van het aanbod dat nu wordt georganiseerd en waar er gaten vallen, vooral voor kansarme kinderen. Wanneer we weten of, en waar dat gebeurt, kunnen we ook zorgen voor een meer gecoördineerde reactie op de huidige situatie. Bijvoorbeeld door het landelijk beschikbaar maken van online materiaal en toetsen, het delen van een groepsinstructie van de beste online leraren, en het organiseren van specifieke (wellicht offline) ondersteuning en aanbod voor specifieke groepen leerlingen.
  3. Voorbereiden op straks: op een gegeven moment zullen scholen weer opengaan en zullen leraren te maken krijgen met leerlingen die ofwel veel hebben geleerd, of die zijn gestagneerd in hun leerproces en grote hiaten hebben opgelopen in bepaalde vakgebieden. Leerlingen zullen ook moeten wennen aan weer een normale schooldag in een volle klas, en de druk van het externe toetsen en examens. Afhankelijk van de lengte van het huidige isolement en of dierbaren ziek waren of overleden, kunnen leerlingen ook stress of angst ervaren wanneer ze terug naar school gaan. Weten hoe het onderwijs en het leerproces momenteel wordt georganiseerd, de kwaliteit ervan en bredere ervaringen van kinderen en jong volwassenen zullen helpen bij het voorbereiden van interventies en maatregelen voor een goede start wanneer scholen weer opengaan.

We waren niet voorbereid op de sluiting van scholen. Laten we ons tenminste voorbereiden op de heropening van scholen.

Toezicht op onderwijs: herdefiniëren van onderwijskwaliteit en hoe we dat meten

Maar hoe moeten we dan toezicht houden wanneer scholen dicht zijn? En wanneer de betekenis van ‘onderwijskwaliteit’ en wie daarvoor verantwoordelijk is, drastisch is veranderd.

‘Kwaliteit van onderwijs’ volgens het waarderingskader van de inspectie gaat over:

  • Onderwijsproces: het aanbod en didactisch handelen en de mate waarin dat aansluit bij de ontwikkeling van leerlingen en hen in staat stelt de kerndoelen te halen, ook door extra aanbod en ondersteuning aan te bieden.
  • Schoolklimaat: een veilige omgeving voor leerlingen en een ondersteunend pedagogisch klimaat
  • Onderwijsresultaten: behaalt de school met haar leerlingen leerresultaten die ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde norm, ook als het gaat om sociale en maatschappelijke competenties? En is de bestemming van leerlingen in het vervolgonderwijs bekend en naar verwachting?
  • Kwaliteitszorg en ambitie: heeft het bestuur en de school een stelsel en cultuur van kwaliteitszorg dat gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs? Leggen zij intern en extern verantwoording af over doelen en resultaten?
  • Financieel beheer: is er sprake van doelmatig en gezond financieel beleid, conform wet en regelgeving?

Deze standaarden hebben in de huidige situatie een volstrekt nieuwe betekenis gekregen.

Niet langer gaat ‘onderwijskwaliteit’ over de school en de klas, maar in plaats daarvan over thuisonderwijs en afstandsonderwijs dat wordt gegeven in een educatief partnerschap van ouders en leerkrachten.

Dat vereist ook ander type schoolleiderschap, waarbij schoolleiders hun schoolpersoneel op afstand moeten ondersteunen en aansturen, een gemeenschapsgevoel moeten creëren en tegelijkertijd moeten zorgen voor een schoolbrede gecoördineerde aanpak van online leren en gezamenlijke visie op hoe het didactisch handelen er nu uit ziet. Bijvoorbeeld door duidelijke keuzes te maken in welke platforms er worden gebruikt en op welke wijze, hoe er met ouders wordt samengewerkt en gecommuniceerd, hoe er groeps- en individuele instructie wordt gegeven en de voortgang van leerlingen wordt gevolgd.

Agile tools om de kwaliteit van het onderwijs te meten

Bij normale inspecties worden gegevens over de standaarden uit het waarderingskader verzameld door gesprekken met besturen en aanvullend onderzoek in scholen, bijvoorbeeld in lesobservaties, analyse van het werk van leerlingen, en gesprekken met leerkrachten en schoolleiders.

Hoe kan de onderwijsinspectie nu informatie verzamelen over de kwaliteit van onderwijs?

Verschillende voorbeelden van mobiele apps bieden hier uitkomst en inspiratie:

  • Teachertapp is een mobiele app voor leerkrachten uit het Verenigd Koninkrijk. De app was oorspronkelijk ontwikkeld om werkdruk te meten en duizenden leerkrachten hebben deze app inmiddels gedownload. Zij krijgen dagelijks, op een vaststaand moment op de dag, drie korte meerkeuzevragen over hun dag of hun manier van lesgeven. De informatie wordt gebruikt voor een wekelijkse analyse en publicatie van resultaten. Het laatste rapport van Teachertapp (en data zijn openbaar toegankelijk) geeft een uitgebreid overzicht van hoe afstandsonderwijs er nu uitziet, wat er op school gebeurt en wat leraren nodig hebben en willen tijdens de sluiting van scholen. De gegevens, wanneer geaggregeerd naar schoolniveau, stelt ons in staat te begrijpen of / hoe scholen hun online aanbod coördineren en of het leerkrachten lukt om over te stappen naar online onderwijs, en waar zij extra ondersteuning nodig hebben.
  • ‘Community score cards’ zijn online schoolrapporten die automatisch worden gegenereerd op basis van mobiele informatie verzameld bij ouders. Deze tools worden in verschillende ontwikkelingslanden (bijv. Ghana, India) ingezet wanneer er geen capaciteit is voor onderwijsinspecties, bijvoorbeeld omdat het kostbaar is om scholen in afgelegen gebieden te bezoeken. Ouders wordt, net zoals in het vorige voorbeeld, gevraagd om over een aantal indicatoren te rapporteren; bijvoorbeeld over de aan/afwezigheid van een leerkracht op een bepaalde dag, of het aantal uur onderwijs dat hun kind heeft gehad. Vergelijkbare tools kunnen worden gebruikt om bijvoorbeeld te leren over de tijd dat leerlingen nu thuis leren, welke onderwerpen en vakgebieden worden behandeld en of / hoe ze door scholen worden ondersteund.

De huidige tijd vereist dat we nadenken over nieuwe manieren om de kwaliteit van het onderwijs te inspecteren. We moeten informatie verzamelen en delen over hoe we een hoge kwaliteit van lesgeven en leren kunnen garanderen in een context van thuisonderwijs en afstandsonderwijs, vooral wanneer scholen een tijdje gesloten zullen zijn. In een periode waarin ouders en leerkrachten allemaal het wiel opnieuw aan het uitvinden zijn kan de inspectie juist inzicht bieden in wat er wel en niet werkt.