Een diploma zonder centraal examen: hoe erg is dat?

6 apr 2020 | Leerlingen, Professionals

Vanwege de coronacrisis komen de centrale examens dit schooljaar te vervallen. Dit maakte minister Arie Slob op 24 maart 2020 bekend via een brief aan de Tweede Kamer. Leerlingen kunnen dit jaar hun diploma behalen op basis van de resultaten voor de schoolexamens.

Scholen hebben nog tot begin juni de tijd om deze schoolexamens af te ronden. Wat zijn de implicaties van deze maatregel voor leerlingen?

Renske Bouwer; renske.bouwer@vu.nl

Universitair Docent Onderwijswetenschappen

06-04-2020

Het wegvallen van het centraal examen betekent dat leerlingen van verschillende scholen niet langs dezelfde meetlat worden gelegd. De afname van het centraal examen is op een gelijktijdig moment aan het einde van het laatste schooljaar, onder vergelijkbare omstandigheden en met dezelfde normering. Dit vormt de garantie dat de prestaties op het centraal examen tussen scholen te vergelijken zijn. Nu dit wegvalt, rijst de vraag of leerlingen wel mogen vertrouwen op de kwaliteit van hun schoolexamen, en dus ook op hun diploma. In dit blog geef ik vier redenen waarom ze dat vertrouwen wel mogen hebben.

  1. Cijfers voor SE en CE verschillen nauwelijks

Voor de meeste leerlingen heeft het wegvallen van het centraal examen geen grote impact op het eindexamencijfer. Normaliter bestaat het eindexamencijfer uit twee delen: de ene helft bestaat uit het schoolexamen (SE) dat door scholen zelf wordt opgesteld, en de andere helft uit het centrale examen (CE) dat hetzelfde is voor alle leerlingen in Nederland. Studies van Pijl uit 1991, Vermeulen uit 2000, en van De Lange en Dronkers in 2007 laten zien dat de gemiddelde verschillen tussen SE en CE helemaal niet zo groot zijn. Wel krijgen leerlingen op het SE iets hogere cijfers dan op het CE. Voor allochtone leerlingen geldt dit zelfs in sterkere mate. Dat zou betekenen dat er dit jaar waarschijnlijk iets meer leerlingen zullen slagen dan in eerdere jaren. Het lijkt mij niet meer dan logisch dat leerlingen in deze tijd het voordeel van de twijfel krijgen. Het hoger onderwijs moet er echter wel op voorbereid zijn om meer ondersteuning te bieden aan het begin van het jaar en zo te streven naar een optimale start voor de grotere groep instromende studenten.

  1. In het SE is er meer ruimte voor complexe vaardigheden, ook al worden niet alle eindtermen getoetst

Voor sommige vakken is er een grotere discrepantie tussen het SE en CE dan voor andere vakken. Dat komt omdat de inhoud van beide examens niet voor elk vak hetzelfde is. De overheid stelt voor elk vak de inhoud van het centraal examen en het schoolexamen vast. Voor sommige vakken, zoals wiskunde, is de inhoud van het SE en het CE hetzelfde, waardoor het wegvallen van het centraal examen nauwelijks een effect zal hebben voor de kwalificatie van leerlingen. Wel verschillen de toetsen van school tot school, waardoor de leerlingprestaties niet goed vergelijkbaar zijn tussen scholen.

Voor andere vakken bestaat het schoolexamen echter uit heel andere onderdelen dan het centraal examen. Zo is voor Nederlands het onderdeel leesvaardigheid onderdeel van het centraal examen, maar bestaat het schoolexamen uit toetsen van de spreek- en schrijfvaardigheid van leerlingen. Deze onderdelen kunnen door hun open karakter namelijk moeilijk in een centraal examen getoetst worden. Voor deze vakken is de betekenis van het CE en SE dus niet hetzelfde en betekent het wegvallen van het centraal examen dus dat niet alle eindtermen worden getoetst.

Betekent dit nu dat scholen hun schoolexamens voor vakken als Nederlands moeten aanpassen, zodat wel alle eindtermen gedekt zijn in het eindexamencijfer? “Nee”, adviseert Gert Rijlaarsdam, de voorzitter van Levende Talen Nederlands. Volgens Rijlaarsdam vormen de schoolexamens een ruime afspiegeling van de doelen van het examenprogramma en mogen we op de kwaliteit van de schoolexamens vertrouwen. Sterker nog, docenten en experts van het schoolvak Nederlands roepen al jaren dat er door een eenzijdig programma in het CE onterecht veel nadruk ligt op leesvaardigheid, terwijl de klachten over de schriftelijke taalvaardigheid van leerlingen alleen maar toenemen. Nu ligt door het wegvallen van het CE het zwaartepunt niet langer op de leesvaardigheid. Het is te hopen dat de onderwijstijd die hierdoor vrijkomt, omdat docenten hun leerlingen niet meer klaar hoeven te stomen voor toetsen van tekstbegrip, zich ook uit in betere schrijfprestaties.

Ook het College voor Toetsing & Examens heeft aangegeven dat eindtermen die normaal gesproken onderdeel zijn van het centraal examen niet hoeven te worden toegevoegd aan het schoolexamen. Wat betreft de inhoud van het schoolexamens kunnen scholen dus gewoon doorgaan zoals gepland. Wel kunnen ze de manier van toetsing nog veranderen, denk aan het afnemen van mondelinge toetsen op afstand (zie het blog van Ehren en Conijn met een bespreking van mogelijkheden).

  1. Het SE is geen momentopname

Het schoolexamen biedt niet alleen voor sommige vakken een betere dekking van de deelvaardigheden, het biedt in de meeste gevallen ook een gebalanceerd toetsprogramma waar door scholen goed over is nagedacht. Scholen leggen vooraf vast ze in het Programma van Toetsing & Afsluiting (PTA) hoe ze de verplichte eindtermen op hun school toetsen. Dit PTA bestaat uit meerdere toetsen die over een langere tijd worden afgenomen. Het gemiddelde van al deze metingen voor de verschillende onderdelen vormt het schoolexamencijfer. Dit zou wel eens een beter en consistenter beeld kunnen geven van de werkelijke vaardigheid van leerlingen dan het centraal examen, wat een momentopname is. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat schoolexamencijfers over de jaren inderdaad minder fluctueren dan de cijfers voor het centraal examen. Nu kan dit natuurlijk ook gedeeltelijk verklaard worden doordat scholen hun cijfers baseren op de eigen schoolpopulatie en de prestaties van eerdere jaren, waardoor de cijfers over de jaren heen altijd ongeveer gelijk blijven. Maar het kan ook goed zijn dat de generaliseerbaarheid van de gemiddelde schoolexamencijfers hoger is.

  1. Ook het centraal examen is niet volledig betrouwbaar

Er is elk jaar veel te doen over het centraal examen. Zowel leerlingen als leerkrachten trekken massaal aan de bel als examenopgaven te moeilijk blijken te zijn. Ondanks dat er op centraal niveau veel moeite wordt gestoken in de normstellingshandhaving, om zo de moeilijkheid van de examens gelijk te houden, fluctueren de cijfers over de jaren meer dan redelijkerwijs verwacht kan worden van veranderingen in het vaardigheidsniveau van leerlingen. Het blijkt dus niet mogelijk om examens met eenzelfde moeilijkheidsgraad te garanderen. Het maakt voor leerlingen uit in welk jaar zij hun examen maken.

De rol van het centraal examen: vergelijken van prestaties met andere scholen

Kortom, het schoolexamen geeft een representatief beeld geeft van de prestaties van leerlingen, en misschien zelfs een beter beeld dan het centraal examen. Toch betekent dit niet dat het centraal examen dan ook in de toekomst maar helemaal moet worden afgeschaft. Wat bij schoolexamens niet kan, kan bij centraal examens wel: scholen kunnen de prestaties van hun leerlingen vergelijken met die van andere scholen. Dit is voor scholen dan ook een belangrijke bron van informatie over hun onderwijskwaliteit. Ook voor leerlingen is het een belangrijk moment. Het is een tijd waarin ze nog voor een laatste keer samen hard blokken en toewerken naar een einde. Dat dit moment nu wegvalt is voor velen dan ook een grote deceptie. Het zou mooi zijn als scholen voor de eindexamenkandidaten toch een alternatief einde van het schooljaar kunnen organiseren waarin leerlingen op een waardige manier afscheid kunnen nemen van een belangrijke periode in hun leven.

Bekijk ook informatie voor:

Meest recente blogs: