COVID-19 en de sluiting van scholen; de juridische aspecten en het onderwijsrecht…

6 apr 2020 | Ouders

Deze uitzonderlijke periode levert ook voor onderwijsjuristen de nodige hoofdbrekens op. Want opeens gebeuren er dingen die niet in regels of voorschriften staan, waarvan de grondslag niet direct duidelijk is en er nog geen zicht is op de juridische gevolgen.

Veel is nog onduidelijk. In deze bijdrage een eerste poging om in ieder geval drie soorten vragen van een antwoord te voorzien:

  1. Wat betekent de sluiting de scholen in juridisch opzicht voor de relatie met ouders en leerlingen?
  2. Mag een minister ‘zomaar’ beslissen dat een eindtoets en een centraal examen niet doorgaan?
  3. Wat betekent dit alles voor leerlingen en studenten voor komend schooljaar?

Wie heeft de wettelijke bevoegdheid om scholen te sluiten?

Medio maart heeft de minister aangekondigd dat alle scholen dicht gaan. Strikt genomen is het niet aan de minister om een school te sluiten, maar aan het schoolbestuur in kwestie. Vandaar dat ook wordt gesproken over ‘aankondiging’. De minister heeft die aankondiging overigens gedaan op verzoek van onderwijsorganisaties als de PO-raad, VO-raad en de onderwijsvakorganisaties.

Vervolgens zijn gemeenten aan de slag gegaan met zogeheten noodverordeningen. Dit zijn lokale noodvoorschriften waarin staat dat er tijdelijk geen publieke samenkomsten mogen plaatsvinden én dat het verboden is scholen open te stellen. Dat laatste dan met uitzondering van de noodopvang in scholen voor kinderen waarvan de ouders werkzaam zijn in een cruciaal beroep. Het is vervolgens aan de schoolbesturen om zich aan die verordeningen te houden en dus de scholen te sluiten.

De leerplicht: van fysiek naar digitaal

Ouders en leerlingen kunnen daarmee niet meer voldoen aan de zogeheten schoolbezoekplicht uit de Leerplichtwet, tenminste … niet in fysieke zin. Op de naleving van die wet wordt gehandhaafd door dezelfde gemeente. Het zou vreemd zijn als een gemeente verbiedt scholen open te houden en tegelijkertijd toch ouders en leerlingen aan de plicht houdt de school in fysieke zin te bezoeken. Dat gebeurt dus ook niet. Wel kan een leerplichtambtenaar in de gaten houden of de leerling wel meedoet en blijft meedoen aan het online onderwijs dat door en vanuit de school wordt georganiseerd. Daarmee lijkt met deze crisis een nieuw onderscheid te zijn geïntroduceerd tussen een schoolbezoekplicht in fysieke en digitale zin. 

De juridische relatie tussen school, ouder en leerling: verdeling van rechten en plichten bij thuisonderwijs

Tussen school, ouders en leerling blijft overigens ook nu een juridische relatie bestaan die er voor de sluiting ook was. De leerling blijft immers ingeschreven staan op de school, waarmee – in beginsel – de wederzijdse rechten en plichten ook worden gecontinueerd onder de huidige omstandigheden. Anders gezegd: de school moet zich inspannen de leerling onderwijs te bieden; van leerling en ouders wordt gevraagd mee te doen aan de onderwijsactiviteiten die de school aanbiedt. Maar dat is natuurlijk wel makkelijker gezegd dan gedaan. Want de omstandigheden van nu zijn immers helemaal niet vergelijkbaar met die van een paar weken geleden. Dat wat de school zou aanbieden, wordt nu niet of anders gerealiseerd.

Moet je dan niet de juridische balans opmaken en nieuwe afspraken maken over de verdeling van rechten en plichten, waarbij dan ook voor ouders een compensatie wordt afgesproken voor de begeleide onderwijstijd die zij voor hun rekening nemen?

Eigenlijk wel, maar ook hiervoor geldt dat nu nog sprake is van een situatie van overmacht en de school niets kan worden aangerekend. Tenzij de school het schromelijk laat afweten, maar daarvan is meestal geen sprake. Dus voor nu is het vooral zaak dat ouders, leerlingen en school zich vooral over en weer aanpassen en er het beste van maken. Mocht de situatie echter langer aanhouden, dan kan inderdaad de vraag rijzen of en zo ja hoe de juridische relatie opnieuw moet worden uitgetekend.

De minister zet een streep door de afname van eindtoetsen en examens..

De minister heeft vervolgens nog een stap gezet. Hij heeft een streep gezet door de afname van de eindtoets in het basisonderwijs en de centrale examens in het voortgezet onderwijs. Dat zijn instrumenten waar hij op grond van de onderwijswetten ook een formele verantwoordelijkheid voor draagt, dus in beginsel is dat ook aan de minister om te doen. Diezelfde onderwijswetten voorzien echter niet, of: niet heel erg duidelijk, in de mogelijkheid tot zo’n besluit. Er is eenvoudigweg nog nooit een noodzaak geweest om dit te doen.

Kan de minister zomaar een streep zetten door eindtoetsen en examens?

Ja, want dan gaat de algemene regel op dat de minister voor zo’n uitzonderlijke stap in uitzonderlijke omstandigheden de steun nodig heeft van een meerderheid in het parlement. En dat is gebleken uit de steun die de Tweede Kamer aan het geheel aan crisismaatregelen heeft gegeven. Zijn besluit is daarmee democratisch gelegitimeerd, dus kan het.

De eindtoets in het basisonderwijs vervalt daarmee. Maar het schooladvies was er al, dus levert de overgang van primair naar voortgezet onderwijs voor de meeste leerlingen geen knelpunten op. Alleen voor sommige leerlingen en ouders die nog hoopten op een zogeheten ‘heroverweging bij een hogere score dan het advies’, daarvoor kunnen de druiven nu wel wat zuur zijn.

Het ministerie zegt namelijk: de heroverweging gaat dit schooljaar niet door.

Voor de examenleerlingen in het voortgezet onderwijs geldt nu dat het resultaat op het schoolexamen leidend wordt voor het al dan niet behalen van het diploma. Hoe daarover door de school wordt besloten, de zogeheten slaag-zak-regels, moet nog worden gepubliceerd. Het diploma dat de school afgeeft, is in beginsel net zoveel waard als wanneer er wél een centraal examen zou zijn geweest. Het civiel effect van het diploma verandert kortom niet.

Consequenties voor volgend schooljaar

Maar dan… wat betekent dit alles voor volgend schooljaar? In het voortgezet onderwijs komt een jaargang binnen die het basisonderwijs ánders dan normaal heeft afgerond. En datzelfde geldt voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger onderwijs: er komt een instroom binnen met in ieder geval andere onderwijservaringen. En lang niet altijd zullen deze studenten open dagen hebben bezocht en in dat opzicht tot een gefundeerde studiekeuze zijn gekomen. Dat betekent nogal wat voor de ontvangende scholen en instellingen. Niet uitgesloten is dat de roosters en onderwijsprogramma’s komende maanden zullen worden aangepast op die situatie. Het is dan zaak dat de scholen en opleidingen dit helder communiceren over de aanpassingen met de nieuwe leerlingen en studenten. Verwachtingen wederzijds moeten immers opnieuw worden afgestemd.

Meer informatie over corona en onderwijs is onder meer te vinden op de websites van het ministerie van OCW en van onderwijsorganisaties, bijvoorbeeld:

Ministerie van OCW: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/veelgestelde-vragen-per-onderwerp/onderwijs

PO Raad: https://www.poraad.nl/corona

VO Raad: https://www.vo-raad.nl/themas/corona

MBO Raad: https://www.mboraad.nl/nieuws/servicedocument-20-en-faqs-aanpak-corona-mbo-beschikbaar

 

Bekijk ook informatie voor:

Meest recente blogs: